Schriftgedeelte: Daniël 10 vers 10-21.
Er zijn veel zaken in het boek van Daniël die erg moeilijk zijn om te verstaan, en sommige van deze moeilijke zaken worden in dit hoofdstuk gevonden. En toch zijn er enkele dingen tot aanmoediging van Gods volk die zeer helder zijn. Hij die voorbijgaat moge daarin lezen (Hab. 2:2). Schriftgedeelte: Jozua 1.
Er is werkelijk iets heel aantrekkelijks in het boek van Jozua. Het is een boek van de goede afloop, van ingang in het land der rust, van bezit, van overwinning. En de ene zaak die ik voor u naar voren wil brengen deze avond is, dat het Jozua was die Israël in het beloofde land moest brengen. Mozes kon dit nooit doen; het was niet voordat Mozes gestorven was en de Heere Mozes begraven had dat Israël het beloofde land kon binnengaan. Toen Mozes gestorven en begraven was, toen kwam het bevel: Mijn knecht Mozes is gestorven; zo maak u nu op, trek over deze Jordaan (…) tot het land dat Ik hun geef. U weet het onderwijs dat hierin ligt. Mozes vertegenwoordigde de wet, de wet in al zijn heiligheid, zijn rechtvaardigheid, zijn gestrengheid, en de wet kon nooit een zondaar in het beloofde land brengen. Maar wat de wet niet kon doen, doet het Evangelie. Schriftgedeelte: Psalm 55.
David scheen een last[1] te hebben, speciaal in deze Psalm. Het was deze ongewone, verwarrende, raadselachtige zaak, dat zijn geliefde vriend Achitofel, die hij zo hartelijk liefhad en achtte als een kind van God, zich tegen hem keerde en verloren ging in zijn zonde; en dit was te zwaar voor David. Aan het einde van de psalm vraagt hij ons te doen wat hij gedaan had aan het begin: zijn last op de Heere te werpen. Schriftgedeelte: Lukas 10 vers 30-37.
Er zijn velerlei gezichtspunten aan deze belangwekkende gelijkenis. Dit is de zaak: dat het Jezus zo liefelijk uiteenzet in het Evangelie. Hier is een man in zijn hulpeloosheid en in zijn noden. Hij is arm; hij is gewond; hij kan niets doen. Maar hij hoeft ook niets te doen, omdat de barmhartige Samaritaan het alles doet. Als u door God onderwezen bent, zult u precies daar gevonden worden waar deze man was, die afkwam van Jeruzalem naar Jericho. Dat wil zeggen, u zult gevonden worden in uw hulpeloosheid, vernederd, niet in staat uzelf op te richten, niet in staat om iets te doen. En het zal geen vreemde zaak zijn, wanneer u een paar priesters en een paar levieten vindt van wie u veel verwacht, en zij helpen u in het geheel niet. U weet wat ik bedoel: uitwendige dingen, ondergeschikte dingen, een gedaante van godzaligheid, eigengerechtigheid, kerkgang. Schriftgedeelte: Johannes 6 vers 34-58.
Dit moet een zeer plechtige aanleiding geweest zijn. De Heere Jezus had de vijfduizend gevoed, en terwijl Hij hiervan opstond, deed Hij een rede, niet maar over natuurlijk brood, maar betreffende Zichzelf, het Brood des eeuwigen Levens, en in het bijzonder over Zichzelf daar Hij spoedig zou worden gekruisigd voor zondaren. Het moet een zeer gewichtige, plechtige gelegenheid geweest zijn: het onderwerp, het Brood des eeuwigen Levens en de Prediker, de Zoon van God Zelf. Het moet een verbazingwekkende gelegenheid zijn geweest en wat zien we hier? Het maakt scheiding. Deze liefelijke, gewichtige heilige zaken maken uiteindelijk scheiding: Van toen af gingen velen Zijner discipelen terug, en wandelden niet meer met Hem. Zij bewezen daarmee dat zij nooit ware discipelen geweest waren. Het is een ernstige zaak als wij ons stoten aan deze liefelijke, heilige, gewichtige zaken. En zulke mensen zijn er nog vele, hoewel zij dit naar buiten toe niet vertonen. Ik bedoel dit: men houdt van een paar verhaaltjes en iets betreffende de voorzienigheid. Maar als het komt tot het eten van het vlees en het drinken van het bloed van de Zoon van God, dan zijn zij geërgerd. Schriftgedeelte: Exodus 12 vers 1-14.
Het meest wezenlijke punt boven alles is het bloed van Christus – geen hoop, geen verlossing, geen hemel zonder het bloed. Wie kan de dierbaarheid van het bloed van de eerste paasnacht naar waarde schatten? Het maakte het gehele verschil tussen leven en dood. Er waren sommige huizen waar geen bloed was – daar was de dood. Er waren andere huizen waar het bloed was – daar was het leven. Welnu, dat was het enige verschil. Het was niet omdat Israël het waardiger was, het meer verdiende. Israëls behoudenis rustte alleen op het bloed en daarop alleen. We lezen daarom dat een lam genomen moest worden, een onbestraffelijk en onbevlekt lam, en daarna moest het lam geslacht en het bloed gestort worden. Dit was nog niet alles. We hebben de plaats van behoudenis nog niet bereikt. Het bloed van het lam moest genomen worden en het moest worden toegepast met een bundeltje hysop. Het moest gesprenkeld worden op de bovendorpel en deurposten van het huis, en dat was waar Israëls behoudenis in lag, in het gesprenkelde, toegepaste bloed. Schriftgedeelte: Lukas 22 vers 31-34 en 54-62.
Ik veronderstel dat dit de oorsprong is om een weerhaan op de torenspits te hebben. Vele eeuwen geleden was een predikant zo van streek over zijn goddeloze gemeente, dat hij tot hen predikte over Petrus en een haan plaatste op de torenspits zodat, wanneer zij het zagen, zij gedachtig mochten zijn aan Petrus’ zonde en Petrus’ berouw. Ik kende een godzalig man die vele, vele jaren geleden werkzaamheden had over de doop, en sabbat op sabbat ‘s morgens, scheen hij liefelijk ondersteund te worden. ’s Middags spraken de predikanten altijd over de inzettingen van het Evangelie en voelde hij zich schuldig, maar toch ondernam hij niets. Op een middag van de dag des Heeren, toen de predikant over de doop sprak, hoorde hij duidelijk een haan kraaien en het kwam zo op hem af: u bent net zo slecht als Petrus; u verloochent uw Heere en Meester. Toen durfde hij[1]. Schriftgedeelte: Jesaja 16.
Dit is een hoofdstuk met één onderwerp. Het onderwerp is Moab, een van de meest gewichtige onderwerpen in het Woord van God, omdat de Heere nooit een goed woord gesproken heeft met betrekking tot Moab. U vindt zoveel over de Moabieten in Gods Woord, maar niet één goed woord dat over hen gesproken wordt. De Heere verbood hen voor altijd om in Zijn gemeente te komen. Zij waren een van God vervloekte natie. En er zijn een of twee hoofdstukken in Gods Woord geheel hieraan gewijd: de eeuwige verwoesting van Moab. Dat hebben we in dit hoofdstuk; we hebben het in het vorige; we hebben het in dat lange hoofdstuk Jeremia 48. Schriftgedeelte: Hooglied 4 vers 1-7.
De mirreberg en de wierookheuvel. Het was een gezegende plaats omdat de Heere Jezus zei: zal Ik gaan, en waar de Heere Jezus ook gevonden mag worden is het een gezegende plaats. Schriftgedeelte: Handelingen 12 vers 1-12.
Er is een oud gezegde: “Gebed verandert de zaken”. Heeft u opgemerkt welk een plotselinge verandering er in dit hoofdstuk optreedt? De openingsverzen zijn vol van donkerheid, gevaar en droefheid. Hier zien wij die goddeloze Herodes met al zijn boosaardigheid; hier zien wij Jakobus gedood met het zwaard; dan zien wij Petrus gevangen genomen en het lijkt zeker dat Petrus ook omkomen moet. Deze vier wachten van krijgsknechten waren zestien mensen die hem bewaarden, vier per keer. Het punt in deze openingsverzen schijnt de duisternis, de onmogelijkheid van de zaak te zijn; geen grond om op te rusten; geen mogelijkheid tot verlossing. |
Meditaties
De meditaties op deze pagina zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen voor dat doel ook verspreid worden. Publicatie, in welke vorm ook, zonder onze toestemming is echter niet toegestaan! Predikanten
All
Archief
April 2021
Meld fouten
Mocht u taalfouten vinden, dan stellen wij het zeer op prijs dat u die aan ons doorgeeft!
|